Volgens socioloog Ernest Becker doen we er zelfs alles aan om het beest maar niet in de bek te hoeven kijken. Hij stelt dat culturele uitingen en wereldbeelden vooral tot doel hebben onze angst voor de dood te temmen en bezweren – wij gaan dood, maar onze creaties leven voort.
Op deze avond probeert Felix & Sofie het wegkijken te weerstaan. We onderzoeken hoe onze relatie met de dood van invloed is op onze relatie met het leven. Vlucht de mens inderdaad voor haar sterfelijkheid? Welke plek hebben de doden in onze samenleving, en horen ze daar ook? Kunnen we de dood betekenis geven?
Met denkers als Ernest Becker en Georges Bataille kijken we naar de plek van de dood in onze (populaire) cultuur. We onderzoeken of de verbeelding ons kan helpen om grip te krijgen op onze sterfelijkheid – als dat al mogelijk is. Durven we de confrontatie met onze eigen eindigheid aan?
Enny Das is hoogleraar Communicatie en Beïnvloeding aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar ze ook directeur is van het Centre for Language Studies. Haar onderzoek richt zich op de invloed van communicatie op menselijk gedrag. Zo onderzoekt ze hoe populaire cultuur mensen kan helpen zich tot hun eigen sterfelijkheid te verhouden. Ze maakt bij haar onderzoek gebruik van de Terror Management Theory van Ernest Becker.
Dimitri Goossens is historicus en filosoof. Als docent is hij verbonden aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Goossens specialiseert zich in de relatie tussen doodsbesef en sacraliteit in beeldende kunst en populaire beeldcultuur. Hij heeft daarbij een specifieke interesse in het horrorgenre. Zijn analyses worden sterk geleid door het denken van Georges Bataille, Friedrich Nietzsche, Julia Kristeva en Michel Foucault. In 2023 publiceerde hij het eerste boek over filosofie en horror in het Nederlandse taalgebied: In de ogen van Medusa. Filosofie en de duistere spiegel van horror.
Linde van Schuppen is doet interdisciplinair onderzoek aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen, waar ze vorig jaar promoveerde. In haar onderzoek beschrijft en bestudeert ze verhalen over transformatieve en radicaal subjectieve ervaringen over bijvoorbeeld rouw of psychose. Ze maakt daarbij gebruik inzichten en methodiek uit o.a. de filosofie, psychiatrie, en taalwetenschappen. Hoe geven we betekenis aan ingrijpende ervaringen? En kunnen we ze ook met elkaar delen?