Felix & Sofie: dinsdag 26 juni 2012
LET OP! ANDERE DAG! Niet de derde maar de vierde dinsdag van de maand.
Soms vinden we het wel schattig. Net als kinderen die nog in Sinterklaas geloven. Maar meestal schudden we meewarig het hoofd wanneer iemand beweert dat hij in God gelooft. Zo iemand nemen we nauwelijks meer serieus.
Daar valt ook wat voor te zeggen. De basis voor het geloof in God lijkt immers flinterdun. De natuurwetenschappen leveren schijnbaar betere verklaringen voor het ontstaan en gedrag van het universum dan een scheppende God. Psychologie, antropologie en neurologie tonen aan dat religieuze verschijnselen vooral menselijke en geen bovenmenselijke verschijnselen zijn. Bovendien staat de notie van een liefhebbende en rechtvaardige God haaks op het schrijnende en evidente kwaad dat zijn‘kinderen’ sinds jaar en dag geheel willekeurig overkomt.
Zo bezien lijkt het geloof in God verre van redelijk. Toch is dat niet zo. Althans, volgens een nieuwe lichting analytisch filosofen die sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw actief is. Ze hebben de traditionele godsbewijzen nieuw leven ingeblazen, en menen de houdbaarheid van het geloof in God op rationele gronden te kunnen verdedigen. Met filosofen als Alvin Plantinga, Richard Swinburne en William Lane Craig is inmiddels een zodanig vernuftig stelsel aan argumenten opgebouwd dat het bestaan van een bovennatuurlijk opperwezen minder onredelijk lijkt dan de huidige tijdsgeest doet geloven.
In zijn onlangs verschenen boek God in the Age of Science (2012), legt Herman Philipse zich toe op de argumenten van deze filosofen, en in het bijzonder op die van Richard Swinburne. Philipse stelt dat, ondanks het vernuft van hun redeneringen, deze filosofen er niet in slagen het bestaan van God overtuigend te beargumenteren. Gebrek aan overtuigende argumenten betekent voor Philipse dat het geloof in God als een ‘epistemische zonde’ kan worden bestempeld.
Filosoof Emanuel Rutten beweert dat de argumenten van Philipse niet slagen in het definitief weerleggen van het bestaan van God. Hij zal bepleiten dat het theďsme wel degelijk als een redelijke positie kan worden ingenomen.
In het tweede deel van de avond zullen Herman Philipse en Emanuel Rutten hun argumenten wederzijds bespreken.
Herman Philipse is universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Hij heeft tal van artikelen geschreven op het gebied van moderne filosofie en epistemologie. Daarnaast is hij auteur van verscheidene boeken. Zijn meest recente boek is God in the Age of Science (2012). Van zijn hand zijn ook ‘Filosofische Polemieken’ (2009), Heidegger’s Philosophy of Being: A Critical Interpretation (1998) en ‘Het Atheďstisch Manifest’ (1995).
Emanuel Rutten heeft wiskunde en filosofie gestudeerd, en beide studies afgerond met het judiciumcum laude. In 2010 begon hij met een promotie in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. Zijn werkterrein betreft de systematische wijsbegeerte met als specialisaties formele ontologie en epistemologie. Dit najaar promoveert hij met zijn dissertatie: A Critical Assessment of Contemporary Cosmological Arguments: Towards a Renewed Case for Theism.
Interview en moderatie: Marcel Zuijderland
1678 / Laatst gewijzigd: 15-Jun-2012
elke derde dinsdag van de maand
26 juni 2012
Aanvang: 20.00 uur
Toegang: 3 euro
Felix Meritis
Keizersgracht 324
Amsterdam
Organisatie: Redactie Felix & Sofie
Bestel ze on line en krijg ze voor €1,95 extra per zending thuisbezorgd.
(N.B.: Deze aanbieding geldt alleen binnen Nederland)
Herman Philipse: Godsgeloof of atheďsme?
Herman Philipse: Filosofen van de 20e eeuw
Herman Philipse: Ethiek en evolutie
Herman Philipse: Acht filosofische miniaturen
Herman Philipse: Heidegger's Philosophy of Being
Herman Philipse: Betrouwbare kennis
Herman Philipse: God in the Age of Science?